IJstijden en ijstijdafzettingen

Het landschap in Noord-Nederland is voor een belangrijk deel gekneed en geboetseerd door gletsjerijs in de voorlaatste Saale-ijstijd. Hoewel er sprake is van veel afwisseling, oogt ons landschap toch wat ingetogen. Natuurlijk, we hebben bossen, heidevelden en prachtige beekdallandschappen. Sterker nog, Noord-Nederland kent zelfs 'bergen'. In Oost-Groningen, op de grens met Duitsland, ligt de Hasseberg. Die is maar liefst 13 meter hoog! Op de noordelijke Hondsrug in Groningen en Haren kennen we de Kempkensberg en de Esserberg. Beide zijn maar liefst zo'n 8 meter hoog!

 

Balloërveld bij Rolde

Het ijstijdlandschap in Oost-Drenthe wordt bepaald door een reeks parallel verlopende zandruggen met daartussen smalle moerassige beekdalen. Dit Hondsrug-complex is ontstaan op het laatst van de Saale-ijstijd toen een ca. 20 km brede baan van relatief snelstromend ijs (Hondsrug-ijsstroom) de ondergrond deformeerde.

 

Voorste diep bij Borger (Dr.)

Op deze plaats is in het Weichselien door terugschrijdende erosie dwars door de Hondsrug een doorbraak ontstaan naar het lager gelegen Hunzedal.

Steilrand van Donderen met zwerfkeien

Zandafzettingen, keileem en zwerfstenen zijn belangrijke ingrediënten die het Drentse landschap bepalen. Het aardkundig monument met zijn bijzondere ijstijdafzettingen ligt op de zandrug van Rolde.

Zou zou ons land er uit gezien kunnen hebben in de Saale-ijstijd, ca. 150.000 jaar geleden, toen half Nederland bedolven was onder een dik pakket landijs uit Scandinavië

Gestuwde smeltwaterzanden (Formatie van Peelo - Elsterien) Langs de N34, afslag Exloo (Dr.)

De stuwing van het zandpakket dateert uit de eerste fase van de vergletsjering van ons land tijdens de Saale-ijstijd. De keileemafzetting daar bovenop is door de Hondsrug-ijsstroom op het laatst van deze ijstijd afgezet op een door ijs afgevlakt en afgeschuurd landschap .

De Steilrand van Donderen

Aan de Oosterwaterweg bij Donderen zijn in een steil afgestoken profielwand de afzettingen uit drie ijstijden te zien.

De bodem onder onze voeten

De grond onder onze voeten bestaat uit afzettingen van klei, veen, zand, keileem of mengsels daarvan. Vaak liggen de lagen keurig boven elkaar en zijn ze als een boeiend boek te lezen. Alleen op plaatsen waar gletsjerijs in het verleden te keer ging leest het verhaal moeilijker. 

Helaas is het boek van onze bodem verre van compleet. Er ontbreken bladzijden. Ook de leesbaarheid van de pagina's laat op veel plaatsen te wensen over. Niettemin vormt de opbouw van de ondergrond een archief waaruit boeiende verhalen zijn af te leiden. Hoe ging het er hier aan toe, duizenden, ja zelfs honderdduizenden jaren geleden, welke dieren leefden hier, en was het echt zo koud als men wel eens beweert?

 

IJsgestuwde zandlagen uit het Elsterien - N34 bij Ees (Dr.)

Het gestuwde zandpakket  uit de Elster-ijstijd wordt aan de bovenzijde scherp afgesneden door een ca. 1 meter dikke laag keileem uit het Saalien. Op zijn beurt wordt deze Saale-keileem afgedekt door bruingekleurd dekzand uit het Weichselien.

Potklei uit het Elsterien- Roden - West (Dr.)

Potklei is een zeer compacte, voorbelaste kleiafzetting uit het Elsterien. De potklei afzetting kan in Noord-Drenthe en in Groningen dikten bereiken van tientallen meters. De waterdoorlaatbaarheid van potklei is nihil.  Gebieden waar potklei aan het oppervlak ligt, liggen in gras. Akkerbouw is niet of nauwelijks mogelijk.

Keileem uit het Weichselien - Klein Zicker, Rügen (Dld.)

Keileem met zwerfstenen is een gidsafzetting uit de ijstijd. De aanwezigheid van keileem is daarom een aanwijzing dat hier lang geleden sprake was van bedekking door landijs uit Scandinavië.

 

In de verhalen hieronder spelen ijstijden, landijs en poolklimaat een belangrijke rol, met figuranten als oerrivieren, stuwheuvels, keileemafzettingen, zwerfstenen, vorstscheuren, dekzand en pingoruïnes.