Syringopora

Het kalkskelet van Syringopora heeft wel iets van een verzameling orgelpijpjes, vandaar de Nederlandse naam 'orgelpijpkoraal'. Nu wordt deze naam ook gebruikt voor de fraai violetrood gekleurde koraalsoort Tubipora musica, maar deze laatste is recent. Syringopora is een geslacht koralen, dat in ons gebied uitsluitend van Silurische ouderdom is. 

Syringopora sp. - Zwerfsteen van Groningen-Noord

Op de foto komen de smalle parallel gerangschikte corallieten goed tot uitdrukking. De naam 'orgelpijpkoraal' voor deze Silurische zwerfsteenkoraal is toepasselijk.

Uit zwerfsteenvondsten blijkt dat de koloniestructuur van Syringopora met zijn talloze smalle woonbuisjes sterk varieert. De onderlinge afstand en ook de grootte van de corallieten wisselt nogal. Bij sommige Syringopora’s zijn de corallieten zo dicht opeengepakt, dat er weinig ruimte tusen de woonbuisjes overblijft. Toch is de losse structuur totaal anders dan bij een favosiet, waar de afzonderlijke corallieten aan alle zijden met elkaar vergroeid zijn. De open skeletstructuur van Syringopora noemt men phaceloïd. Ceroïde kolonievormen, waarbij de corallieten zo dicht aaneen sluiten dat ze hoekige doorsneden aannemen, zoals bij Favosites, zijn van syringopora’s niet bekend. Juveniele kolonies bezitten een struikvormige (=dendroïde) bouw. De losstaande, vertakte corallieten waaieren bij deze jonge koralen naar buiten. Bij meer volgroeide kolonies verlopen de corallieten zwak divergerend parallel aan elkaar.

Zwerfsteenvondsten van Syringopora

Syringopora sp. -Zwerfsteen van Groningen

Bovenaanzicht corallum.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van Groningen 

Zijaanzicht corallum.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen 

Van boven gezien vormen sommige corallieten korte schijnkettingen. Deze ontstaan door het gezamelijk aansnijden van corallieten en tubuli. 

Syringopora sp. -Zwerfsteen van Hortus, Haren (Gr.) 

Overlangs zijn de corallieten (op de foto horizontaal verlopend) door talloze dwarsverbindingen (tubuli) met elkaar verbonden.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen 

De divergerende, zeer open, structuur van deze Syringopora duidt op een ontogenetisch vroeg ontwikkelingsstadium van de koraalkolonie.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van Groningen 

Bij meer volgroeide kolonies van Syringopora verlopen de corallieten op min of meer gelijke afstanden, parallel aan elkaar.

De corallieten bezitten in verhouding dikke tot zeer dikke wanden. De binnenwand is bij sommige soorten glad, maar kan ook een gekartelde rand vormen. De kartelingen dragen in sommige gevallen korte septale stekels. De tabulae zijn sterk trechtervormig naar onderen uitgestulpt. Ze vormen samen, net als bij Syringolites, een smal buisje, dat in de coralliet een enigszins slingerend verloop heeft. Op overlangse doorsneden blijkt dat het buisje naar een verbindings-tubule afbuigt en daarmee een doorgaande verbinding vormt naar een naburige coralliet.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van Groningen 

De smalle cylindrische corallieten bevatten talrijke tabulae. Deze zijn sterk trechtervormig naar onderen uitgestulpt. Met elkaar vormen ze in de corallieten smalle buisvormige structuren.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van Groningen 

Verweerd, sterk verkiezeld koloniefragment. Uit bovenstaand zwerfsteentje blijkt de open bouw van deze koraal, bestaande uit losstaande, cylindrische corallieten, die door dwarsverlopende tubules met elkaar verbonden zijn.

Aanpassingen aan een open koloniestructuur

Kolonies van Syringopora bezitten een open skeletstructuur. We kunnen de bouw van deze koralen zien als een aanpassing aan een weinig dynamisch zeemilieu, met van tijd tot tijd veel slibdeeltjes in het water. Koraalskeletten van halysieten bezitten vergelijkbare aanpassingen. Heliolieten, die nog beter bestand waren tegen hoge slibbelastingen, zochten het vooral in massieve, vaak halfbolvormige kolonievormen.

De dwarsverbindingen (=tubuli) bij Syringopora zijn in feite porieverbindingen tussen twee naburige corallieten. Een vergelijkbare verbinding zagen we eerder bij Priscosolenia met zijn solenia. De porieverbinding bij deze laatste dankt zijn garenklosjesvorm aan een bijzondere geometrie van het kalkskelet.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van Haren (Gr.) 

Bovenaanzicht corallum.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen 

De corallieten bezitten relatief dikke wanden. Op de binnenzijden ervan zijn korte septale stekels geplaatst. De trechtervormig naar onderen uitgestulpte tabulae vormen concentrische figuurtjes in de corallieten.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van Groningen 

Bovenaanzicht corallum. Op verschillende plaatsen op het oppervlak zijn door tubules verbonden corallietparen zichtbaar.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van Groningen 

Tussen de slanke cylindrische corallieten zijn de dwarsverbindingen goed zichtbaar.

Syringopora wordt regelmatig voor een kettingkoraal (=halysiet) gehouden. Dit is vooral het geval bij kleine zwerfstenen met dit fossiel. Het valse beeld van kettingen wordt bij Syringopora veroorzaakt doordat aan het afgesleten zwerfsteenoppervlak hier en daar corallieten met hun tubuli zijn aangesneden. Ze vormen plaatselijk korte schijnkettingen. In tegenstelling tot echte kettingkoralen zijn bij een ‘ketting’ bij Syringopora nooit meer dan drie, hooguit vier corallieten betrokken. Bovendien zijn de corallieten bij Syringopora duidelijk anders van vorm dan bij halysieten.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen

Op talrijke plaatsen vormen corallieten korte schijnkettingen. Soms worden deze vondsten voor kettingkoralen (halysieten) aangezien.

Kettingkoraal (Halysites sp.) -Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen 

Bij halysieten zijn de corallieten zijdelings altijd volledig met elkaar vergroeid, waardoor korte of langere kettingen gevormd worden.

Van Syringopora zijn een aantal soorten beschreven, waaronder de bekende, vaak in oude zwerfsteenliteratuur genoemde, S. bifurcata. Voor verzamelaars is het op naam brengen van syringopora’s zonder (microscopisch) onderzoek geen optie, op twee uitzonderingen na: Syringopora maxima en S. affabilis.

Syringopora sp. -Zwerfsteen van Groningen 

Zijaanzicht corallum. De gelijkenis met orgelpijpen maakt dat Syringopora ook wel 'orgelpijpkoraal' genoemd wordt.

Syringopora maxima -Zwerfsteen van Haddorf (Dld.) 

Dit is de meest forse Syringopora die bekend is. De afzonderlijke coralllieten bereiken doornsneden tot ca. 4mm.

Syringopora maxima -Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen

Zijaanzicht. 

Syringopora maxima -Zwerfsteen van het Engels Kamp in Groningen

Zijaanzicht.

 Symbiose tussen een stromatopoor en een tabulaat

Syringopora maxima bezit bijzonder grote corallieten (tot 4mm) en is daardoor niet moeilijk van de overige syringopora’s te onderscheiden. S. affabilis daarentegen is een zeer fijn gebouwde soort met coralliet-doorsneden van minder dan een millimeter. S. affabilis is bovendien symbiontisch vergroeid met een stromatopoor, vooral met Symplexodictyon.

Syringopora affabilis in Symplexodictyon sp. -Zwerfsteen van Haddorf (Dld.) 

Beide organismen - stromatopoor en tabulaat - vormen samen een symbiose. De samenleving van de stromatopoor met deze tabulate koraal is voor beide organismen niet nadelig geweest. Skeletreacties zijn niet aanwezig. 

Syringopora affabilis met Symplexodictyon (=stromatopoor), zijaanzicht.