La Gomera 

Geologisch

Het eiland La Gomera is na El Hierro het kleinste eiland van de Canarische Eilanden. Het eiland bestaat centraal vooral uit een diep ingesneden berglandschap, met  mooie, diepe, groene valleien en rondom ravijnen die in zee uitlopen. Isla Redonda, 'het ronde eiland', zoals Gomera ook wel genoemd wordt, ligt zo’n kleine veertig kilometer westelijk van Tenerife. Voor natuurliefhebbers, wandelaars en rustzoekers is La Gomera een waar paradijs met een ongerepte natuur, schilderachtige bergdorpjes en overal fraaie uitzichten.
 

San Sebastian de La Gomera

Het is de hoofdstad van het eiland. De haven van San Sebastian vervult nog steeds de belangrijkste rol in de verbinding van La Gomera met de buitenwereld. Dagelijks kan men met de ferry van Tenerife naar Gomera en terug. De meeste toeristen gebruiken de stad als doorgangsstation, maar een wandeling door straatjes en steegjes is zeker de moeite waard. Bij aankomst vallen de roestkleurige tuflagen op. Daarboven liggen een viertal basaltafzettingen. Deze gaan aan de bovenzijde vergezeld van een bruinige laag scoria. 

Boven de haven vallen de kleurig uitgevoerde huizen en appartementgebouwen al van verre op. Ze lijken tegen de helling 'aangeplakt'.

De luchthaven van La Gomera werd in juni 1999 geopend, en is de jongste en modernste luchthaven van de Canarische Eilanden. Door zijn korte start-en landingsbaan worden er op dit moment alleen vluchten binnen Spanje aangeboden, bijv. van Tenerife naar La Gomera. De luchthaven ligt in het zuiden, dicht bij het dorpje Playa de Santiago.

La Gomera heeft net als Gran Canaria een ronde vorm en steekt met zijn hoogste punt, Garajonaj, 1487 meter boven de zeespiegel uit. Net als de overige eilanden van de Canarische archipel is Gomera van vulkanische oorsprong. Toch tref je op het eiland vrijwel geen kraters of vulkaankegels aan. Net als bij de overige Canarische Eilanden bevindt het belangrijkste deel van het eiland bevindt zich onder de zeespiegel. Gerekend vanaf de zeebodem is het vulkaaneiland ruim 5500 meter hoog. La Gomera vormt in feite het bovenste, boven water uitstekende deel van een enorme vulkaan die op bodem van de Atlantische Oceaan rust.

In het hart van het eiland La Gomera ligt de hoogvlakte van Garajonay. Het is gemakkelijk bereikbaar met de auto en beschikt over een parkeergelegenheid. Vanaf de top kan men op heldere dagen de groep westelijke eilanden van de Canarische Eilanden zien. Deze plek ligt op een hoogte van 1.487 meter en is één van de beste plekken om de hemel van La Gomera te observeren vanwege de heldere lucht en het ontbreken van lichtvervuiling. Op de achtergrond het eiland Tenerife met de Pico de Teide.

Het ontstaan van de vulkaan waar Gomera de top van vormt, werd ingeleid door basaltische spleeterupties op de oceaanbodem. Daaruit ontstond in eerste instantie een koepelvormige schildvulkaan, die zich in de loop van de tijd als seamount (= onderzeese vulkaan) verder in de hoogte ontwikkelde om tenslotte, in het Mioceen, ca. 11 miljoen jaar geleden, boven water uit te rijzen. Tijdens deze fase vond de eigenlijke opbouw van het eiland plaats. Hierbij werd een dik pakket gevormd van boven elkaar gelegen basaltafzettingen. Deze lagen liggen min of meer prallell aan elkaar, vandaar dat men ze als plateaubasalten aanduidt. In de diep ingesneden barranco's zijn deze basaltafzettingen onder een geringe helling richting zee verlopen. De Miocene plateaubasalten worden discordant bedekt door een eveneens dikke opeenvolging van jongere plateaubasalten uit het Plioceen. 

Ongeveer acht miljoen jaar geleden vond in het noorden van de Miocene schildvulkaan, op de plaats waar het huidige Vallehermoso ligt, een enorme aardverschuiving op. over een breedte van 10 tot 15 kilometer storte de noordflank van de vulkaan in. Naderhand in het Plioceen gevormde basaltafzettingen liggen op het erolsievlak van deze aardverschuiving. 

Na de instorting van de noordflank volgden vulkanische uitbarstingen. Hieruit ontwikkelde zich een grote stratovulkaan, die waarschijnlijk te vergelijken was met de huidige Teide op Tenerife. Bij de uitbarstingen vloeiden grote hoeveelheden fonolietlava aan het aardoppervlak. Fonoliet en ook trachiet zijn silicarijke gesteenten. Ze ontstonden door magmadifferentiatie in onderaardse magmakamers in het vulkaanlichaam. Het felsische vulkanisme kon ontstaan door het verdwijnen van enorme hoeveelheden vulkanisch gesteente van de oude Miocene schildvulkaan. Op het litteken van dit ingestorte vulkaandeel ontstond niet alleen een nieuwe stratovulkaan, in de omgeving ontstonden tevens een grote aantal vulkanische domes van fonoliet en trachiet. Ze konden ontstaan omdat de gasdruk te gering was om het magma naar het aardoppervlak door te laten breken. Deze pluggen van hard vulkanisch gesteente steken door miljoenen jaren lange verwering op verschillende plaatsen als kegelvormige rotsen in het natuurgebied van Garanojay boven de omgeving uit. 

 

 

Het voornaamste vulkanisme op La Gomera eindigde ongeveer 4,5 miljoen jaar geleden. De laatste eruptie vond zo'n twee miljoen jaar geleden plaats. Het vulkanisme is slapend of dood.En er is geen enkele aanwijzing dat er binnenkort iets staat te gebeuren. Vandaar dat erosie zijn sloopwerk op het vulkaaneiland kon botvieren. Nergens zijn nog lavastromen te zien of vulkaanpieken en kraters. Op twee uitzonderingen na. D een is de slakkenkegel La Caldera in het zuiden van het eiland bij de plaats Alajero, westelijk van het vliegveld. La Caldera is een trachietische slakkenkegel van 280 meter hoogte, die ondanks zijn leeftijd van 4,2 miljoen jaar niet geheel aan erosie ten prooi is gevallen. Van nog jongere datum is een ca. 1,94 milojoen jaar oude lavastroom aan de uitgang van de Barranco del Machal, zuidelijk van San Sebastian.

Uit onderzoekingen is gebleken dat het vulkanisme op de Canarische eilanden geen continue proces is. Perioden van heftige vulkanische activiteit, die vaak miljoenen jaren kunnen duren, worden afgewissend door perioden van inactiviteit, die eveneens miljoenen jaren in beslag nemen. Deze afwisseling is waarschijnlijk het gevolg van het heen en weer schuiven van het hotspot-vulkanisme en de zeer trage wijze waarop diep gelegen magmakamers met magma gevuld worden.

De erosiefase die La Gomera momenteel doormaakt, zou een aanwijzing kunnen zijn dat het vulkanisme op het eiland tot het verleden behoort. Net als op Gran Canaria zijn hoge vulkaantoppen ook op La Gomera door erosie geheel verdwenen. Het binnenland van beide eilanden is ruig en bergachtig en herinnert alleen in detail aan zijn vulkanisch verleden. Toch is het op Gran Canaria nog maar een paar duizend jaar geleden, dat het vulkanisme opleefde. In het noordoosten van het eiland, bij Galdar en Las Palmas maken talloze slakkenkegels en explosiekraters duidelijk dat het vulkanisme bepaald niet dood is. Op de Canarische Eilanden kan dood gewaand vulkanisme beter als 'slapend' worden beschouwd. Dit geldt ook voor La Gomera. Alleen weet niemand of en wanneer het vulkanisme daar weer opleeft. 

De afwezigheid van vulkanen gedurende de laatste twee miljoen jaar, is oorzaak dat het landschap op Gomera er anders uit ziet dan op eilanden als La Palma en Tenerife. Gomera toont door zijn diep ingesneden karakter overeenkomsten met Gran Canaria. Hoewel het eiland vanaf zee een symmetrische schildvorm toont en daarmee zijn vulkanische oorsprong aangeeft, ontbreekt het typische vulkaanbeeld. Een vulkaan, zoals de Teide op Tenerife, ontbreekt. Het centrum van het eiland is gemiddeld 800 tot 1000 m hoog. Van hieruit lopen straalsgewijs talrijke, tot ruim 800 meter diepe ravijnen (barranco's) naar de kust. Erosie door zeewater is de oorzaak dat de kust van Gomera gedomineerd wordt door steile kliffen van soms honderden meters hoog. Zandstranden zijn er niet veel.

Het eiland is omgeven door een in verhouding groot onderzees kustplatform. Het is bedekt door erosieproducten. Onderzoek heeft aangetoond dat deze sedimenten afkomstig zijn van het eiland zelf. de grootte en de diepte van de barranco's geeft al aan dat er in de loop van de tijd bijzonder veel van het eiland in zee is verdwenen. La Gomera is in 4.5 miljoen jaar tijds bijna de helft kleiner geworden.

Gomera staat bekend om zijn talrijke 'Roques'. Dit zijn opvallend gevormde, vulkanische domes, die vaak al van ver zichtbare, kegelvormige rotsformaties vormen. Deze roques zijn onderaards in het vulkaanlichaam ontstaan door intrusies van magma. De gasdruk was echter te gering om het magma naar het oppervlak te stuwen. Sommige van deze roques zijn meer dan honderd meter hoog. Ze bestaan uit voornamelijk uit fonoliet, enkele uit trachiet. Deze beide gesteentesoorten zijn betrekkelijk silicarijk. Magma's van deze samenstelling komen ook op andere Canarische eilanden voor. Dit silica-rijke magma kon ontstaan doordat magma lange tijd gelegenheid kreeg om zich in onderaardse magmakamers te scheiden in lichtere (lees silicarijkere) en zwaardere (basische) bestanddelen.

Diepgaande verwering heeft op het eiland tal van vulkanische gesteenten blootgelegd. Uit alle vulkanische fasen die het eiland heeft doorgemaakt zijn op verschillende plaatsen gesteenten te vinden. De oudste treffen we in het noorden van het eiland. Het zijn gabbro's, peridotieten en donkere basalten, die langs de kust in steile kliffen prachtig zijn ontsloten. Rond Vallehermosa zijn naast een groot aantal felsische domes, vooral veel peridotieten en gabbro's ontsloten. de gesteenten zijn doorsneden door talrijke gangen van basalt, fonoliet en trachiet.

Opvallend is het grote aantal afzonderlijke basaltuitvloeiingen die elkaar laagsgewijs bedekken. De donkere basaltlagen worden aan de bovenzijde begrensd door oranje-gele of bruinrode lagen scoria, pyroklasten en tuf. De roodachtige tint is waarschijnlijk te danken aan de intense hitte van bovenliggende lavastromen. Als een nieuwe laag basaltlava over een voorgaande uitvloeide, werden de onderliggende gesteenten sterk verhit en deels gemetamorfoseerd. Deze opvallende verkleuring noemt men fritten. 

 

 

Oude basalten en ingeschakelde plutonieten als gabbro, pyroxeniet en zelfs peridotiet, die deze lava-afzettingen samenstellen, rekent men tot het zgn. basaalcomplex (BC). Al deze gesteenten zijn submarien, d.w.z. onder water gevormd, waarbij genoemde plutonische gesteenten waarschijnlijk als gevolg van magmatische inpersingen dieper in het vulkaanlichaam van La Gomera tot boven de zeespiegel zijn opgeheven. Op La Palma vinden we vergelijkbare in de diepte gekristalliseerde plutonieten ook op een aantal plaatsen aan het oppervlak. De gesteenten uit dit basaalcomplex zijn tussen de 19 en 15 miljoen jaren oud.

Boven op de gesteenten van het Basaalcomplex liggen vulkanische en plutonische gesteenten van de Old Edifice (OE). De gesteenten uit deze periode zijn in twee vulkanische fasen zijn gevormd, na een periode van inactiviteit die ongeveer 4 miljoen jaren heeft geduurd. Vooral de onderste gesteenten uit deze fase (Lower Old Edifice - LOE) zijn ook nog onder water gevormd. Ze bestaan uit vulkanische breccies, kussenbasalten en zelfs syenieten. Dit laatste gesteente is een korrelig dieptegesteente, dat op graniet lijkt, maar zich daarvan onderscheid door gemis aan kwarts. De syeniet op Gomera is te beschouwen als het korrelige dieptegesteente, waarvan trachiet de vulkanische variant is.De gesteenten uit deze LOE zijn tussen 10,5 en 9 miljoen jaar geleden gevormd.

In dezelfde periode valt de vorming te plaatsen van een imposante, boven water uitstekende schildvulkaan, die een geschatte hoogte heeft gehad van ca. 1900 meter. De breedte van deze vulkaan zal ongeveer 20 km hebben bedragen. De opeenvolgende lavastromen die in die tijd vanuit het vulkaancentrum zijn uitgevloeid, zijn samen ongeveer 250 meter dik. Het pakket is voornamelijk samengesteld uit tamelijk dunne afzettingen van dunvloeibare pahoehoe-lava, hier en daar onderbroken door afzettingen met pyroclasten. Het centrum van deze oude schildvulkaan moet in de buurt van het huidige Vallehermoso hebben gelegen. Vervolgens volgde een gedeeltelijke instorting van de vulkaan, waarbij de noordflank in zee afgleed. Vergelijkbare landverschuivingen/instortingen van vulkaanflanken zijn op de Canarische eilanden niet ongewoon. Vooral op het eiland El Hierro zijn de littekens hiervan nog duidelijk in de vorm van gebogen kustlijnen en steile rotskliffen te herkennen. Op de gesteenten van het basaalcomplex liggen op op een aantal plaatsen, o.m. bij Tazo, breccies (Tazobreccies). Deze breccieuze afzettingen zijn ontstaan uit gesteentepuin dat bij de instorting van de noordelijke vulkaanflank werd afgezet. Deze oude breccies zijn doortrokken van talrijke gangen van basaltische en meer silicarijkere gesteenten. Ouderdomsbepalingen hebben uitgewezen dat deze ca. 9,4 miljoen jaar oud zijn.

N.B. de vermelde ouderdommen zijn niet geheel zeker. Deze oude vulkanieten zijn door metamorfose en chemische omzetting soms sterk veranderd, waardoor een exacte ouderdomsbepaling moeilijk is. Nieuwere ouderdomsbepalingen geven jongere data aan.

Het vulkanisme waarbij boven water een schildvulkaan ontstond werd gevolgd door een volgende vulkanische fase. Deze duidt men aan als Upper Old Edifice (UOE). In deze periode die van ca. 9 tot 6,4 miljoen jaar geleden duurde, verplaatste het centrum van vulkanische activiteit zich geleidelijk in zuidwaartse richting. Aanhoudende uitvloeiingen van basaltlava bouwden langzamerhand een nieuwe schuldvulkaan op die uiteindelijk een doorsnede kreeg van 25 km met een geschatte hoogte van ruim 2000 meter. Talloze erupties produceerden voornamelijk olivijnbasalt (ankaramiet) en plagioklaasporfierische basalt, afgewisseld met lagen met pyroclastica. Tussen de meer grofkorrelige basalten bevinden zich ook talrijke lagen met dichte basalt. Gesteenten van deze serie zijn vooral ten oosten van Hermigua in dikten van meer dan 500 meter zichtbaar (Altos de Juel).

Een groot deel van het centrum en het zuiden van Gran Canaria wordt ingenomen door lavastromen van de Young Edifice (YE). Deze lavastromen werden gevormd na een ca. 1 miljoen jaar durende periode van vulkanische inactiviteit en liggen op de afzettingen van de Upper Old Edifice. In het centrale deel van la Gomera liggen deze jongere basaltuitvloeiingen meestal horizontaal, meer naar het zuiden, in de richting van de kust, hellen ze onder een geringe hoek. De dikte van deze lava-uitvloeiingen is aanzienlijk (500 tot 1000 m).

Het afbreken in steile, soms honderden meters hoge kustkliffen maakt duidelijk dat het eiland oorspronkelijk veel groter moet zijn geweest. De kustlijn zal door erosie in sommige gevallen een aantal kilometers landinwaarts zijn verplaatst. De lavastromen bestaan uit basalt, veelal dichte typen, verder uit porfierische olivijn- en augietbasalt (ankaramiet) en minder basische varianten daarvan als trachybasalt en trachyandesiet. Beide gesteenten zijn zgn. intermediair van samenstelling. Ze zitten tussen bepaalde basalttypen, andesiet en fonoliet in. Deze gesteenten zijn waarschijnlijk ontstaan doordat magma in het vulkaanlichaam zich opsplitste in deelmagma's van basische en minder basische samenstelling. Dit proces noemt men magmadifferentiatie. De lavastromen worden veelvuldig onderbroken door afzettingen met basische of meer silicarijkere pyroclasten. Verder komen ook oude vulkaankegels voor die naderhand door nieuwe vulkanische afzettingen toegedekt zijn.

Gedurende deze fase, die duurde van 5,7 tot 3,9 miljoen jaar geleden, werden vooral veel lavastromen geproduceerd met een veel zuurdere samenstelling. Deze zgn. felsische fase bestaat vooral uit fonoliet-trachietlava's, dito domes en pyroclastische afzettingen. Karakteristiek voor deze periode zijn de talrijke opvallend kegelvormige stuwkoepels (domes) van fonoliet en trachiet. Op Gomera worden deze 'Roques' genoemd. Bij het opdringen van magma in het vulkaanlichaam, was de gasdruk niet hoog genoeg om tot het oppervlak door te dringen. Op het eiland zijn deze 'Roques' in een noord-zuid verlopende zone gerangschikt. 

Als je van San Sebastian omhoog rijdt naar het noorden van het eiland dan vormen deze vijf 'Roques' min of meer de wachtposten voor de ingang van het Parque National de Garajonay. De opvallende rotspunten bestaan uit het vulkanische gesteente fonoliet. Ze zijn tientallen meters hoog. Deze roques ontstonden door opwellingen van magma, die vrij ondiep in het vulkaanlichaam bleven steken en daar afkoelden en kristalliseerden. Deze fonolietrotsen bieden fantastische uitzichten over grote delen van het eiland. 

Zoals hierboven aangegeven bestaan de ‘roques’ uit harde vulkanische stollingsgesteenten (trachiet en fonoliet), die door verwering uit het omringende gesteente zijn vrijgeprepareerd en soms meer dan 100 meter boven de omgeving uitsteken. Sommige van deze roques zijn resten van gestolde kratervullingen, andere ontstonden doordat visceus, d.w.z. taai magma vanuit de diepte onderaards in het vulkaamlichaam werd geperst en daar vervolgens stolde. Bekende voorbeelden zijn rotspunten als die van Agando, La Zarcita, Ojila, Roque Cano en vooral La Fortaleza. Deze laatste valt door zijn steile wanden en zijn afgeplatte top al van verre op. De rotsformatie is van oorsprong een stuwkoepel die uit fonoliet is opgebouwd.  Verder zijn aan de noordkust van het eiland de imponerende, steile rotsformaties te zien van Los Organos (De Orgelpijpen). De steile kliffen bestaan uit basalt maar wel van een afwijkende samenstelling. De kliffen van Los Organos zijn alleen vanaf zee goed zichtbaar. De aanblik ervan is ronduit indrukwekkend. Voor toeristen worden boottochten naar deze basaltkliffen georganiseerd.

Na deze vulkanische fase van de Upper Edifice neemt het vulkanisme op Gomera af. Hier en daar vinden alleen nog lokaal uitbarstingen plaats. De laatste oprispingen van vulkanisme vinden plaats ca. 2,8 miljoen jaar geleden, vlak voor het begin van het Pleistoceen.

Al eerder werd opgemerkt dat het eiland aan de zeezijde gemarkeerd wordt door steile, soms honderden meters hoge rotskliffen. Onderzoekingen voor de kust hebben aangetoond dat door deze miljoenen jaren lange verwering flinke delen van het eiland zijn verdwenen. Door de lange periode van vulkanische inactiviteit is het verleidelijk om te concluderen dat het vulkanisme op Gomera uitgestorven is. De ontwikkelingsgeschiedenis van andere, oudere Canarische eilanden leert echter dat miljoenen jaren durende onderbrekingen in vulkanische activiteit meermalen gevolgd zijn door fases met hernieuwd vulkanisme. Kortom, het eiland lijkt op termijn door erosie ten dode opgeschreven, maar niet bekend is of dit werkelijk ook zal gebeuren.